Zindelijkheid vraagje

Onze pup doet het qua zindelijkheid heel erg goed. Wij gaan elke keer als hij wakker wordt, na een kort of lang slaapje, met hem naar buiten zodat hij kan plassen. Drie keer per dag maken we daar meteen een korte wandeling van. Zoals gezegd dit gaat echt heel goed. Hij plast nu al niet meer in huis. Maar mijn vraag is, hoe lang moet ik na elk slaapje naar buiten gaan voor een plas? Begrijp me goed, ik vind het helemaal niet erg om naar buiten te gaan. Maar ik vraag me af hoe ik dit verder op kan bouwen. Zodat hij langer zijn plas  kan ophouden en dat we uiteindelijk op die drie wandelingen per dag uitkomen. Kan iemand mij vertellen hoe dit werkt? 

Ik volg even, weet het antwoord niet maar ben benieuwd! 

Dat komt eigenlijk vanzelf zo. Ik heb er hier niet eens over nagedacht hoe we dat gingen doen. Plots ging beer het alleen nog aangeven als hij écht moest. Dan ging hij bij de deur rondjes draaien en dan pas namen we hem mee. Dat deed hij steeds minder vaak en zo ontstond er steeds meer tijd tussen de wandelingen.

 Hier ook  Sorry geen nuttige tip van mij...

Ik volg ook! Mijn pup is nog niet zindelijk zelfs !

Dat gaat vanzelf. Je gaat stilaan merken dat, wanneer je je pup mee naar buiten neemt, hij niet elke keer meer hoeft te plassen. En zo vindt je vanzelf een nieuw ritme.

En als je hondje ouder wordt, gaat ie zelf aangeven wanneer ie buiten wil.

Ik kan ook geen echte duidelijke tip geven. Bij Laika ging dat ook vanzelf. We hebben toen een beetje gerekt en gewoon gekeken wat kon en wat niet. Als hij gelijk als hij buiten komt lang plast weet je dat het misschien de max is voor dat moment. Laika ging op een gegeven moment eerst rustig snuffelen en toen merkte ik dat de noodzaak er niet echt meer was. 

Bij ons ging dat ook vanzelf, ook omdat ze het na een tijdje zelf begon aan te geven wanneer ze buiten moet. Van zodra je de kleinste hint opmerkt dat hij moet plassen, dan moet je onmiddellijk met hem buiten gaan. En na een tijdje als hij zijn blaas meer onder controle krijgt zal hij het steeds langer kunnen ophouden